Verduistering geld uit erfenis

WESTERLO - Een man van 75 en een bankbediende staan terecht omdat ze een dement koppel 7,5 miljoen euro zouden hebben afgetroggeld. Daardoor bleven 28 potentiële erfgenamen in de kou staan. Maar de enige erfgenaam houdt vol dat de twee oudjes heel goed wisten wat ze deden.           

Voor 28 familieleden was het een bittere pil toen ze het fortuin van aannemer René D. en zijn vrouw Maria V.D. na de dood van het echtpaar aan hun neus zagen voorbijgaan. Het geld, 7,5 miljoen euro, afkomstig uit de voortijdige uitkering van twee levensverzekeringen van het koppel, kwam integraal toe aan Louis V.D., de jongste broer van Maria V.D. en al sinds geruime tijd mantelzorger voor het echtpaar.

Meester Jacques Arnauts-Smeets bezwoer de rechtbank namens de burgerlijke partijen dat zowel René D. als zijn vrouw Maria V.D. op 31 mei 2005, toen ze de overeenkomsten tekenden om hun geld te laten overschrijven op de bankrekening van hun vertrouwenspersoon Louis V.D., volkomen dement én wilsonbekwaam waren. Bijgevolg moest die beslissing als nietig worden beschouwd.

Het echtpaar verbleef op dat moment in de dementenafdeling van rusthuis De Linde in Laakdal.

'Die mensen wisten in het voorjaar van 2005 geen verschil meer tussen dag en nacht. Ze konden onmogelijk begrijpen wat het afkopen van een verzekeringspolis betekende en wat de gevolgen daarvan waren voor de wettige erfgenamen', zei de advocaat. ' Louis V.D. wist maar al te goed dat hij de boel aan het belazeren was toen hij zijn zus en schoonbroer die documenten ter ondertekening presenteerde. Hij handelde daarbij niet alleen: bankbediende V.D. verleende zijn medewerking, en wordt dus mee vervolgd als mede-dader voor valsheid in geschrifte.'

Twijfel

Het Openbaar Ministerie vervolgt Louis V.D. voor misbruik van vertrouwen en gebruik van valse stukken. Het gaf toe dat er twijfel kan bestaan over de helderheid van geest van het dementerende echtpaar. 'Maar dat zou betekenen dat die twee mensen op vier verschillende momenten in mei allebei de helderheid van geest zouden moeten gehad hebben om te weten welke concrete zaken er werden afgesproken. Dat is ongeloofwaardig'

Het Openbaar Ministerie vroeg een straf met uitstel en de teruggave van het geld. Meester Bart Spriet meende namens Louis V.D. dat het om een schenking aan zijn cliënt ging. 'Hij heeft Maria en René tot hun laatste ogenblikken bijgestaan. Zij waren dement, maar zeker niet wilsonbekwaam. Het was absoluut de bedoeling van Maria en René dat het geld naar Louis V.D. ging en niet naar de anderen. Van fraude is geen sprake. Mijn cliënt liet het geld trouwens jaren gewoon op zijn rekening staan. Welke oplichter doet dat?' Vonnis begin december

 

Bron: http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20141105_01361454